De 23e dag: de dag met twee gezichten
Door: Ton Daans
Blijf op de hoogte en volg Ton
23 April 2017 | Frankrijk, Forêt-Chenu
Waarde volgers, geachte lezers,
Vandaag stonden er 27,5 kilometer geprogrammeerd. Vertrek in de oude stad Troyes en aankomst in Fôret-Chenu. Het zijn er uiteindelijk 31.91 kilometer geworden. Niet dat onze lieve heer het uiterst kleine gehucht Fôret-Chenu op deze zonnige zondag enige kilometers verschoven heeft, neen er was een andere reden voor de langere wandeling. Ik kom daar later op terug.
Omdat er geen ontbijt werd geserveerd in het Maison Nôtre-Dame, het diocesaan katholieke centrum in Troyes had ik mijzelf voorgenomen om vroeg te vertrekken deze dag. De wekker gezet om 6.20 uur. Het gisteren in een supermarkt ingekochte ontbijt op mijn "cel" genuttigd en om 7.45 uur kon ik de zware houten deur van het voormalige seminarie achter mij sluiten.
Ik had er zin in en ik voelde voldoende energie om er een mooie dag van te maken. Door wat vroeger te vertrekken hoopte ik tussen 15 en 16 uur bij het B&B te arriveren.
De traject door de oude stad was mooi. De zon scheen, het was nog wel fris, maar de stad lag er wonderschoon bij.
Even later werd ik opgeschrikt door een luchtalarm. Een alarm zoals wij dat in Nederland iedere eerste maandag van de maand horen. Ik schrok even, zag in mijn omgeving geen onrust of ernstige rookontwikkeling. Allerlei fantasieën schoten door mijn hoofd. De Noord Koreanen zouden toch niet gestart zijn met een kernoorlog, of zou Trump per ongeluk op een verkeerde knop hebben gedrukt. Toen besefte ik dat er mogelijk een verband zou kunnen bestaan tussen het luchtalarm en de Franse nationale verkiezingen. Het alarm ging namelijk af klokslag 8 uur, mogelijk de openingstijd van de verkiezingslokalen. Enige momenten later op de rand van Troyes kwam ik in contact met Eric. Hij was doende in een korte broek om zijn kefhondje uit te laten. Nu leende het weer zich nog niet voor het dragen van een korte broek, maar ik vermoed dat Eric ten faveure van de blaas van het kleine blaffende hondje, snel iets had aangetrokken om zo de straat op te kunnen. Ik sprak Eric aan om te vragen hoe ik mijn weg moest vervolgen. Hij wees mij op een allervriendelijkste wijze de weg en bevestigde -en passant- mijn vermoeden dat het luchtalarm het signaal was voor de start van de nationale verkiezingen. Een traditie in Frankrijk en bij de sluiting van de stembureaus zou het luide signaal weer te horen zijn. Een traditie overigens die bij iedere verkiezing in ere wordt gehouden, landelijk, departementaal of lokaal, het maakt niet uit: het alarm maakt de burger duidelijk dat de dag van de verkiezing is aangebroken.
Ik kon het tempo er niet inhouden, want even later werd ik door twee wandelende dames op leeftijd toegeroepen: "Saint Jacques de Compostel?" Ik bevestigde dat ik bezig ben met de CAMINO, en er ontstond een leuke conversatie met Pierette Lhomme en Marcella Blanchard. De dames wilden graag met mij op de foto en even later werd de "babbelgroep" verder uitgebreid toen ik twee trimmende dames aansprak om een "foto te trekken" van het initiële trio. Laurence en Emmanuelle werkten gaarne mee. Op een ietwat zwoele wijze herhaalde ik de naam van laatstgenoemde, waarop zij spontaan begon te schateren en mij van repliek diende: "non Monsieur, c'est pas moi". Uiteindelijk na een korte stop zette ik mijn tocht voort. Later bij aankomst in Fôret-Chenu hoorde ik van Ans en Jolande, die ik deze avond weer heb ontmoet in het B&B, dat zij van de dames onderweg hadden gehoord dat zij mij ontmoet hadden. Leuk en hartverwarmend om te horen.
Ik dacht ook nog even na over het verslag dat ik van de 22e dag had opgemaakt. Ik had geschreven over de Jacobsschelp die ik van vrienden Bart en Ingrid had ontvangen en over het feit dat er naar Bart een schelp was vernoemd. Nu krijg ik iedere dag vele reacties op het blog of via FB, en het kon dus ook niet uitblijven dat de Latijnse naam van de schelp mij zou bereiken. Het gaat om de Calliostoma Heugteni.
En natuurlijk werd mij nog de additionele informatie verstrekt dat de schelp die ik op mijn rugzak draag een Pecten Maximus is, naar dat door lopers ook wordt gebruikt de Pecten Jacobeus. Zijn we daarover in ieder geval volledig geïnformeerd.
Ik dacht ook nog terug aan mijn bezoek aan de zeer imposante kathedraal van Troyes. Ik had daar de vorige dag in de middag drie kaarsjes opgestoken, voor Lia, Sterre en Max, die mij op afstand steunen en die mij nimmer voor gek hebben verklaard toen ik het plan openbaarde de CAMINO in één ruk te volbrengen. Belangrijk voor mij als loper dat ik weet dat ik op hun onvoorwaardelijke steun en support kan rekenen. Daarom deze drie mooie kaarsjes.
Omdat ik met mijn gedachten overal was, behoudens bij de route, raakte ik in een van de (voor)dorpjes van Troyes het spoor bijster. Ik was de weg kwijt en velen die ik aansprak konden mij niet op de in het routeboek beschreven traject zetten. De vriendelijke en knappe Mercedes, van oorsprong uit Equador, lukte het niet zoals het haar evenmin lukte om fatsoenlijk te fietsen. Ze was onhandig zei ze en ze was aan het oefenen. Ze woonde al lang in Frankrijk, had de Franse nationaliteit, getrouwd met een Portugees, maar het fietsen ging haar nog immer moeilijk af.
Ook Gérard, die op mijn verzoek stopte met zijn auto, bracht niet de oplossing, terwijl hij een aantal kaarten uit de auto had gehaald. Hij wilde mij desnoods naar het volgende dorp brengen. Een doodzonde mijnerzijds als ik op dat genereuze aanbod was ingegaan. Daarop besloot ik via een reguliere departementale route Lépine te bereiken. Op zich geen ongevaarlijke opdracht. Het was echter zondagmorgen en ik had de idee dat de meeste Fransen thuis nog stokbrood in de koffie zaten te soppen. Een traditionele wijze van ontbijten, zo is mij weer eens duidelijk geworden.
In Lépine wilde ik een eerste rust nemen. Ergens in een bar of café. Maar zoals in zo vele Franse dorpjes was er ook in Lépine geen enkele winkel of bar meer. Geen bakker, geen slager, geen café. Op weg dan maar naar het volgende dorp: Laines-aux-Bois. Hier echter ook geen winkels meer en de bar/tabac, pal tegenover la Marie, was sinds vorig jaar dicht getimmerd. Een allervriendelijkste heer gaf mij deze informatie, en voegde er aan toe: "we hebben nog wel een kerk, maar ook geen pastoor meer!!" Hij schaterde van het lachen, maar ik ben ervan overtuigd dat achter deze lach veel verdriet schuil gaat. Het leven in de dorpen is de facto ten dode opgeschreven.
Wat wel opvallend in dit dorpje was dat het wemelde van de voertuigen die allen op zoek waren naar een parkeerplaats. Er moest iets gaande zijn. Het zou gaan om een "Vide-grenier", een woord waarvan ik zeker wist dat ik dat nog nooit gehoord had. Mij werd duidelijk gemaakt dat er op de "Vide-grenier" ook een barretje zou staan, waar iets gedronken en gegeten kon worden. Bij de plaats van de handeling aangekomen werd mij duidelijk het het om een giga-braderie ging, waar particulieren bijeengeraapte overbodige spullen probeerden aan de man te brengen. Imposant om te zien, georganiseerd op een groot open veld. En inderdaad stond er een half open tent met tafels en stoelen. Heerlijk, en ik plofte neer. Binnen no-time werd ik aangesproken door een heer en een dame, die mij aanspraken met:"Saint Jacques?" Ik gaf hen tekst en uitleg over mijn startdatum en mijn voornemen. Ze waren zeer geïnteresseerd. Na een korte periode werd mij duidelijk dat ik in gesprek was met de burgemeester en zijn eega, van deze kleine 510 zielen tellende gemeenschap. Joël en Chantal Simon boden mij een overheerlijke thee aan en boden voorts hulp aan bij het reserveren van slaapgelegenheden voor de komende dagen. En zo geschiedde: Chantal zocht op haar GSM allerlei gegevens op, overlegde met mij over de prijs, en bood vervolgens het telefoonnummer aan haar echtgenoot die dan het contact legde met de uitbaters. Een welkome service. In het gesprek uitte hij, de burgemeester, ook zijn bezorgdheid over de levensvatbaarheid van de kleine gemeenschappen op het platteland. Hij zag lichtpuntjes (er waren initiatieven om weer wijngaarden aan te leggen in zijn gemeente) maar zijn zorgen waren groter en zeker ook manifest met het oog op de uitslag van de verkiezingen.
De Maire, de burgemeester, deelde mij en passant, doch voorzichtig, mede dat ik nog een zwaar traject te gaan had, zeker omdat er veel geklommen en gedaald moest gaan worden. Blijkbaar was dit dorpje een overgangsdorp tussen het platte landschap en een glooiende natuur. Nu heeft u mij, waarde volger, de laatste dagen niet meer horen "leuteren" over heuvels, maar vandaag kan ik er weer een epistel over schrijven. De burgemeester had een goede kennis van de omgeving, zijn platteland, al is deze term in context van de glooiende natuur misplaatst. Het klopte. Vanaf Laines-aux-Bois tot aan de eindbestemming van deze dag heb ik geen meter meer gelopen op plat stuk, zelfs geen vals plat.
En daar op die hellingen in een groot bos is het ergens misgegaan. Ik vond de beschrijving in het routeboek al niet optimaal op deze etappe en de zichtbare aanduidingen (bordjes of schelpjes) was zeer beperkt. Ik heb de idee dat de plaatselijke vertegenwoordiger van het genootschap, die verantwoordelijk is voor de bewegwijzering, bij de ontwikkeling en uitvoering een mindere dag moet hebben gehad. Ergens in dat bos ben ik de weg kwijt geraakt en ik durf te beweren dat ik echt verdwaald was. "Route perdu". Nu kun je tijdens de CAMINO volop genieten van de prachtige natuur en vooral van de stilte. Maar het moge duidelijk zijn dat het daadwerkelijk uitblijven van een ontmoeting niet meteen zorgde voor een uiterst frivole gemoedstoestand bij mij. En dat werd nog versterkt omdat ik met mijn gsm geen bereik meer had met een provider. Ik zag via de GPS wel een lokatiebepaling, maar deze was niet afgezet tegen een kaart. Dit gegeven had ook nog eens een duidelijk luxerend effect op mijn toch al niet al te beste gevoel. Ik ben mij toen gaan oriënteren op de stand van de zon en heb besloten in één bepaalde richting te blijven lopen. Uiteindelijk, uiteindelijk, uiteindelijk........liep ik een vriendelijke wandelaar tegen het lijf. Hij stelde zich voor als Jean Pierre Genneret uit Bougny. Hij begreep mijn probleem. Hij kon mij niet op de Via Campaniensis zetten , maar hij bood mij aan een stuk met mij mee te lopen opdat ik dan zelfstandig het dorp Sommeval kon bereiken. En dat dorp lag weer wel op de route. Ik was blij dat ik Jean Pierre ontmoet heb en ik was nog blijer dat ik na de vele extra kilometers Sommeval bereikte. Uitgeput plofte ik neer in het gras bij La Marie. De accu moest opgeladen worden voor de laatste vier kilometers, die achteraf gezien ook nog gekwalificeerd moeten worden als "extreem zwaar" vanwege het hevige klimwerk.
Morgen trek ik een dag op met Ans en Jolande. Wel een zware en lange tocht, maar even niet alleen. Ik was niet bang deze middag, maar ik hield toch ook rekening met een scenario dat ik op de een op andere wijze hulp moest inroepen. Al moet je daarvoor wel contact kunnen hebben met een provider.
Deze 23e dag was een dag met twee gezichten. Leuke mensen ontmoet en aardige gesprekken gehad, maar ook dat gevoel dat deze dag niet mijn gelukkigste dag was. Ik had gisteren beter vier kaarsjes kunnen opsteken. Drie voor het thuisfront en eentje voor "Tonysjoktalonenie".
Vandaag stonden er 27,5 kilometer geprogrammeerd. Vertrek in de oude stad Troyes en aankomst in Fôret-Chenu. Het zijn er uiteindelijk 31.91 kilometer geworden. Niet dat onze lieve heer het uiterst kleine gehucht Fôret-Chenu op deze zonnige zondag enige kilometers verschoven heeft, neen er was een andere reden voor de langere wandeling. Ik kom daar later op terug.
Omdat er geen ontbijt werd geserveerd in het Maison Nôtre-Dame, het diocesaan katholieke centrum in Troyes had ik mijzelf voorgenomen om vroeg te vertrekken deze dag. De wekker gezet om 6.20 uur. Het gisteren in een supermarkt ingekochte ontbijt op mijn "cel" genuttigd en om 7.45 uur kon ik de zware houten deur van het voormalige seminarie achter mij sluiten.
Ik had er zin in en ik voelde voldoende energie om er een mooie dag van te maken. Door wat vroeger te vertrekken hoopte ik tussen 15 en 16 uur bij het B&B te arriveren.
De traject door de oude stad was mooi. De zon scheen, het was nog wel fris, maar de stad lag er wonderschoon bij.
Even later werd ik opgeschrikt door een luchtalarm. Een alarm zoals wij dat in Nederland iedere eerste maandag van de maand horen. Ik schrok even, zag in mijn omgeving geen onrust of ernstige rookontwikkeling. Allerlei fantasieën schoten door mijn hoofd. De Noord Koreanen zouden toch niet gestart zijn met een kernoorlog, of zou Trump per ongeluk op een verkeerde knop hebben gedrukt. Toen besefte ik dat er mogelijk een verband zou kunnen bestaan tussen het luchtalarm en de Franse nationale verkiezingen. Het alarm ging namelijk af klokslag 8 uur, mogelijk de openingstijd van de verkiezingslokalen. Enige momenten later op de rand van Troyes kwam ik in contact met Eric. Hij was doende in een korte broek om zijn kefhondje uit te laten. Nu leende het weer zich nog niet voor het dragen van een korte broek, maar ik vermoed dat Eric ten faveure van de blaas van het kleine blaffende hondje, snel iets had aangetrokken om zo de straat op te kunnen. Ik sprak Eric aan om te vragen hoe ik mijn weg moest vervolgen. Hij wees mij op een allervriendelijkste wijze de weg en bevestigde -en passant- mijn vermoeden dat het luchtalarm het signaal was voor de start van de nationale verkiezingen. Een traditie in Frankrijk en bij de sluiting van de stembureaus zou het luide signaal weer te horen zijn. Een traditie overigens die bij iedere verkiezing in ere wordt gehouden, landelijk, departementaal of lokaal, het maakt niet uit: het alarm maakt de burger duidelijk dat de dag van de verkiezing is aangebroken.
Ik kon het tempo er niet inhouden, want even later werd ik door twee wandelende dames op leeftijd toegeroepen: "Saint Jacques de Compostel?" Ik bevestigde dat ik bezig ben met de CAMINO, en er ontstond een leuke conversatie met Pierette Lhomme en Marcella Blanchard. De dames wilden graag met mij op de foto en even later werd de "babbelgroep" verder uitgebreid toen ik twee trimmende dames aansprak om een "foto te trekken" van het initiële trio. Laurence en Emmanuelle werkten gaarne mee. Op een ietwat zwoele wijze herhaalde ik de naam van laatstgenoemde, waarop zij spontaan begon te schateren en mij van repliek diende: "non Monsieur, c'est pas moi". Uiteindelijk na een korte stop zette ik mijn tocht voort. Later bij aankomst in Fôret-Chenu hoorde ik van Ans en Jolande, die ik deze avond weer heb ontmoet in het B&B, dat zij van de dames onderweg hadden gehoord dat zij mij ontmoet hadden. Leuk en hartverwarmend om te horen.
Ik dacht ook nog even na over het verslag dat ik van de 22e dag had opgemaakt. Ik had geschreven over de Jacobsschelp die ik van vrienden Bart en Ingrid had ontvangen en over het feit dat er naar Bart een schelp was vernoemd. Nu krijg ik iedere dag vele reacties op het blog of via FB, en het kon dus ook niet uitblijven dat de Latijnse naam van de schelp mij zou bereiken. Het gaat om de Calliostoma Heugteni.
En natuurlijk werd mij nog de additionele informatie verstrekt dat de schelp die ik op mijn rugzak draag een Pecten Maximus is, naar dat door lopers ook wordt gebruikt de Pecten Jacobeus. Zijn we daarover in ieder geval volledig geïnformeerd.
Ik dacht ook nog terug aan mijn bezoek aan de zeer imposante kathedraal van Troyes. Ik had daar de vorige dag in de middag drie kaarsjes opgestoken, voor Lia, Sterre en Max, die mij op afstand steunen en die mij nimmer voor gek hebben verklaard toen ik het plan openbaarde de CAMINO in één ruk te volbrengen. Belangrijk voor mij als loper dat ik weet dat ik op hun onvoorwaardelijke steun en support kan rekenen. Daarom deze drie mooie kaarsjes.
Omdat ik met mijn gedachten overal was, behoudens bij de route, raakte ik in een van de (voor)dorpjes van Troyes het spoor bijster. Ik was de weg kwijt en velen die ik aansprak konden mij niet op de in het routeboek beschreven traject zetten. De vriendelijke en knappe Mercedes, van oorsprong uit Equador, lukte het niet zoals het haar evenmin lukte om fatsoenlijk te fietsen. Ze was onhandig zei ze en ze was aan het oefenen. Ze woonde al lang in Frankrijk, had de Franse nationaliteit, getrouwd met een Portugees, maar het fietsen ging haar nog immer moeilijk af.
Ook Gérard, die op mijn verzoek stopte met zijn auto, bracht niet de oplossing, terwijl hij een aantal kaarten uit de auto had gehaald. Hij wilde mij desnoods naar het volgende dorp brengen. Een doodzonde mijnerzijds als ik op dat genereuze aanbod was ingegaan. Daarop besloot ik via een reguliere departementale route Lépine te bereiken. Op zich geen ongevaarlijke opdracht. Het was echter zondagmorgen en ik had de idee dat de meeste Fransen thuis nog stokbrood in de koffie zaten te soppen. Een traditionele wijze van ontbijten, zo is mij weer eens duidelijk geworden.
In Lépine wilde ik een eerste rust nemen. Ergens in een bar of café. Maar zoals in zo vele Franse dorpjes was er ook in Lépine geen enkele winkel of bar meer. Geen bakker, geen slager, geen café. Op weg dan maar naar het volgende dorp: Laines-aux-Bois. Hier echter ook geen winkels meer en de bar/tabac, pal tegenover la Marie, was sinds vorig jaar dicht getimmerd. Een allervriendelijkste heer gaf mij deze informatie, en voegde er aan toe: "we hebben nog wel een kerk, maar ook geen pastoor meer!!" Hij schaterde van het lachen, maar ik ben ervan overtuigd dat achter deze lach veel verdriet schuil gaat. Het leven in de dorpen is de facto ten dode opgeschreven.
Wat wel opvallend in dit dorpje was dat het wemelde van de voertuigen die allen op zoek waren naar een parkeerplaats. Er moest iets gaande zijn. Het zou gaan om een "Vide-grenier", een woord waarvan ik zeker wist dat ik dat nog nooit gehoord had. Mij werd duidelijk gemaakt dat er op de "Vide-grenier" ook een barretje zou staan, waar iets gedronken en gegeten kon worden. Bij de plaats van de handeling aangekomen werd mij duidelijk het het om een giga-braderie ging, waar particulieren bijeengeraapte overbodige spullen probeerden aan de man te brengen. Imposant om te zien, georganiseerd op een groot open veld. En inderdaad stond er een half open tent met tafels en stoelen. Heerlijk, en ik plofte neer. Binnen no-time werd ik aangesproken door een heer en een dame, die mij aanspraken met:"Saint Jacques?" Ik gaf hen tekst en uitleg over mijn startdatum en mijn voornemen. Ze waren zeer geïnteresseerd. Na een korte periode werd mij duidelijk dat ik in gesprek was met de burgemeester en zijn eega, van deze kleine 510 zielen tellende gemeenschap. Joël en Chantal Simon boden mij een overheerlijke thee aan en boden voorts hulp aan bij het reserveren van slaapgelegenheden voor de komende dagen. En zo geschiedde: Chantal zocht op haar GSM allerlei gegevens op, overlegde met mij over de prijs, en bood vervolgens het telefoonnummer aan haar echtgenoot die dan het contact legde met de uitbaters. Een welkome service. In het gesprek uitte hij, de burgemeester, ook zijn bezorgdheid over de levensvatbaarheid van de kleine gemeenschappen op het platteland. Hij zag lichtpuntjes (er waren initiatieven om weer wijngaarden aan te leggen in zijn gemeente) maar zijn zorgen waren groter en zeker ook manifest met het oog op de uitslag van de verkiezingen.
De Maire, de burgemeester, deelde mij en passant, doch voorzichtig, mede dat ik nog een zwaar traject te gaan had, zeker omdat er veel geklommen en gedaald moest gaan worden. Blijkbaar was dit dorpje een overgangsdorp tussen het platte landschap en een glooiende natuur. Nu heeft u mij, waarde volger, de laatste dagen niet meer horen "leuteren" over heuvels, maar vandaag kan ik er weer een epistel over schrijven. De burgemeester had een goede kennis van de omgeving, zijn platteland, al is deze term in context van de glooiende natuur misplaatst. Het klopte. Vanaf Laines-aux-Bois tot aan de eindbestemming van deze dag heb ik geen meter meer gelopen op plat stuk, zelfs geen vals plat.
En daar op die hellingen in een groot bos is het ergens misgegaan. Ik vond de beschrijving in het routeboek al niet optimaal op deze etappe en de zichtbare aanduidingen (bordjes of schelpjes) was zeer beperkt. Ik heb de idee dat de plaatselijke vertegenwoordiger van het genootschap, die verantwoordelijk is voor de bewegwijzering, bij de ontwikkeling en uitvoering een mindere dag moet hebben gehad. Ergens in dat bos ben ik de weg kwijt geraakt en ik durf te beweren dat ik echt verdwaald was. "Route perdu". Nu kun je tijdens de CAMINO volop genieten van de prachtige natuur en vooral van de stilte. Maar het moge duidelijk zijn dat het daadwerkelijk uitblijven van een ontmoeting niet meteen zorgde voor een uiterst frivole gemoedstoestand bij mij. En dat werd nog versterkt omdat ik met mijn gsm geen bereik meer had met een provider. Ik zag via de GPS wel een lokatiebepaling, maar deze was niet afgezet tegen een kaart. Dit gegeven had ook nog eens een duidelijk luxerend effect op mijn toch al niet al te beste gevoel. Ik ben mij toen gaan oriënteren op de stand van de zon en heb besloten in één bepaalde richting te blijven lopen. Uiteindelijk, uiteindelijk, uiteindelijk........liep ik een vriendelijke wandelaar tegen het lijf. Hij stelde zich voor als Jean Pierre Genneret uit Bougny. Hij begreep mijn probleem. Hij kon mij niet op de Via Campaniensis zetten , maar hij bood mij aan een stuk met mij mee te lopen opdat ik dan zelfstandig het dorp Sommeval kon bereiken. En dat dorp lag weer wel op de route. Ik was blij dat ik Jean Pierre ontmoet heb en ik was nog blijer dat ik na de vele extra kilometers Sommeval bereikte. Uitgeput plofte ik neer in het gras bij La Marie. De accu moest opgeladen worden voor de laatste vier kilometers, die achteraf gezien ook nog gekwalificeerd moeten worden als "extreem zwaar" vanwege het hevige klimwerk.
Morgen trek ik een dag op met Ans en Jolande. Wel een zware en lange tocht, maar even niet alleen. Ik was niet bang deze middag, maar ik hield toch ook rekening met een scenario dat ik op de een op andere wijze hulp moest inroepen. Al moet je daarvoor wel contact kunnen hebben met een provider.
Deze 23e dag was een dag met twee gezichten. Leuke mensen ontmoet en aardige gesprekken gehad, maar ook dat gevoel dat deze dag niet mijn gelukkigste dag was. Ik had gisteren beter vier kaarsjes kunnen opsteken. Drie voor het thuisfront en eentje voor "Tonysjoktalonenie".
-
24 April 2017 - 09:10
Koen Van Hoeckel:
Hoi Ton,
Ik houd het kort, want je zult wel veel reacties krijgen op die leuke en uitgebreide verslagen die je van je reis maakt. Ria en ik lezen ze dagelijks met veel belangstelling en verwachten dat ze eerdaags in boekvorm in de lokale boekhandels verkrijgbaar zijn.
Goed te lezen dat je - net als tijdens onze tocht Parijs-Eindhoven - het aanbod van een lift hebt kunnen weerstaan.
Keep on running!
Groet, ook van Ria
Koen -
24 April 2017 - 11:58
Pim Van Den Heuvel:
Ha Ton,
Succes in de heuvels! Conditie groeit met de dag, toch?
Fijn leesvoer, jouw verslagen! Op voor de Bob den Uyl prijs 2018!
Gr. Pim
-
24 April 2017 - 12:18
Frely:
Och arme..
Ik zal, al ben ik niet van katholieke huize, af en toe een kaartje voor je opsteken met daarbij de wens dat je het gaat halen!,
Blijf schrijven! -
24 April 2017 - 18:09
Margriet:
ik kreeg zojuist de verjaarsuitnodiging van Sterre.
Ik zal het, met hen, vreemd vinden dat je er niet bij bent, maar we zullen je toezingen,
liefs, sterkte, Margriet
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley